Risico op gezichtsveldstoornis bij gebruik Xalkori
Bij gebruik van Xalkori (crizotinib) is er een risico op een visusstoornis, een stoornis in het gezichtsveld. Dit blijkt uit gegevens van onderzoeken met kinderen van 6 jaar en ouder, die werden behandeld met crizotinib. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) geven daarom nieuwe adviezen om het risico op een visusstoornis te beperken.
Crizotinib is een medicijn voor de behandeling van volwassenen met gevorderd niet-kleincellig longkanker (NSCLC) die ALK- of ROS1-positief zijn. Sinds oktober 2022 is crizotinib ook te gebruiken bij kinderen vanaf 6 jaar als behandeling van terugkerende of niet goed te behandelen ALCL (anaplastisch grootcellig lymfoom, een vorm van lymfeklierkanker) óf patiënten met (terugkerende of niet goed te behandelen) IMT (inflammatoire myofibroblastische tumoren). Bij ALCL en IMT moeten de patiënten om in aanmerking te komen voor crizotinib ALK-positief zijn.
Advies aan patiënten
- Let op klachten die wijzen op een gezichtsveldstoornis:
- wazig zien;
- minder kunnen zien;
- overgevoeligheid voor licht;
- het zien van lichtflitsen (fotopsie);
- het zien van zwevende deeltjes.
Neem direct contact op met een arts als u denkt dat deze klachten optreden.
Advies aan zorgverleners
- Informeer patiënten en hun verzorgers over de klachten van visusstoornissen en mogelijk risico op verlies van gezichtsvermogen.
- Doe een oogheelkundig onderzoek bij de patiënt voordat de behandeling met crizotinib start. Plan een vervolgonderzoek binnen een maand na de start van de behandeling. Daarna om de drie maanden of als er visuele klachten zijn.
- Overweeg een dosisverlaging bij patiënten waar een graad 2 oogaandoening optreedt. Staak de behandeling van crizotinib permanent bij een graad 3 of 4 oogaandoening, behalve als er een andere oorzaak van de aandoening is.
Brief met risico-informatie
De firma Pfizer heeft over dit onderwerp een brief verstuurd, een zogenoemde Direct Healthcare Professional Communication (DHPC). De brief met deze belangrijke risico-informatie is in overleg met het CBG en de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gestuurd naar pediatrisch oncologen, pediatrisch hemato-oncologen, oogartsen, ziekenhuisapothekers en alle genoemde artsen en apothekers in opleiding.
Het signaleren en analyseren van bijwerkingen tijdens de gehele levenscyclus van een geneesmiddel noemen we geneesmiddelenbewaking of farmacovigilantie. Dit is een kerntaak van het CBG. In geval van urgente en/of belangrijke veiligheidsissues brengen we medische beroepsbeoefenaren door middel van een DHPC op de hoogte.