Collegedag 2023 – Inspelen op een bewegende omgeving
Het thema ‘Omgeving in beweging’ van de CBG Collegedag 2023 bracht op 14 juni ruim 500 bezoekers naar DeFabrique in Utrecht. Ze namen deel aan een programma over de veranderende wereld van medicijnen.
Artsen, apothekers, wetenschappers, patiëntvertegenwoordigers, dierenartsen, farmaceutische industrie en overheidsvertegenwoordigers werden welkom geheten door dagvoorzitter Margreet Spijker, bekend van omroep WNL en daarvoor als presentatrice van EditieNL en RTLNieuws. Ze opende de dag met Paula Loekemeijer (directeur van het agentschap) en Ton de Boer, Collegevoorzitter. “Bevinden we ons op woeste golven?”, vroeg Spijker aan hen.
“Het stormt inderdaad behoorlijk”, reageerde Paula. “Er komt nieuwe Europese farmaceutische wetgeving aan. De regulering van diergeneesmiddelen is afgelopen jaar al volledig vernieuwd. En tel daar nog eens bij op dat alle ontwikkelingen – zowel maatschappelijk als van medicijnen – niet stil staan. Van de werkdruk op het Europese systeem tot leveringsproblemen van medicijnen.”
Ton is het daar mee eens. “Er zijn heel veel ontwikkelingen. Kijk alleen al wat er allemaal gebeurt rond medicijnen tegen kanker. De verwachting is dat die ontwikkelingen zich blijven voortzetten. Wel is het belangrijk dat we ook de aandacht houden bij andere ziektes. En dan met name aandoeningen waar nog steeds geen behandelingen voor zijn.”
Groter dan Nederland
De omgeving waar we over praten is ook groter dan Nederland. Paula: “We zijn flink vertegenwoordigd in Europa, met deelnames en voorzitterschappen in diverse comités en werkgroepen van het EMA. En we nemen in Nederland nog steeds een flink deel van het Europese beoordelingswerk op ons. De afgelopen jaren staan we als Nederlands agentschap steevast in de Europese top.”
Ook de patiënt gaat wat merken van het bewegende landschap, verwacht Paula. “De nieuwe wetgeving moet leiden tot snellere toegankelijkheid van medicijnen. Patiënten krijgen steeds meer een rol bij de diverse fases van medicijnontwikkeling.” Dat laatste is volgens Ton van heel groot belang, omdat de patiënt centraal staat in onze visie: goede medicijnen, goed gebruikt. In het College is dit ook zichtbaar gemaakt door de recente aanstelling van Collegelid Carina Pittens, die patiëntenparticipatie als expertise heeft. “Daarmee is de stem van de patiënt ook in het College vertegenwoordigd.”
Patiënten krijgen steeds meer een rol bij de diverse fases van medicijnontwikkeling.
Wetgeving ‘futureproof’
De eerste keynote presentatie van de dag had direct een internationaal tintje met Tony Humphreys (Head of Regulatory Science and Innovation Task Force) van het Europees medicijnagentschap EMA. Hij schetste de ontwikkelingen van de afgelopen jaren op het gebied van medicijnen en hoe innovatie daar een rol in speelde.
Innovatie is volgens Humphreys een van de belangrijke drijfveren voor de nieuwe wetgeving. “Het stimuleren van innovatietrajecten is en blijft heel belangrijk, zeker als we als Europa bij willen blijven in de wereld”, stelde hij. “Wetgeving moet ‘futureproof’ zijn, op alle vlakken.”
Bloedprikken in de bouwmarkt?
Lucien Engelen (CEO van Transform.Health) richtte de blik vooruit in zijn presentatie. “Waar gaat het in de toekomst heen met de zorg, nu innovatie en technologie zich exponentieel ontwikkelen?” Hij illustreerde zijn verhaal niet met toekomstvisioenen, maar met concrete voorbeelden uit het heden. Hij beschreef de tendens van de toename in beschikbare gegevens, waarbij de patiënt zelf steeds meer de eigenaar of regisseur van die data wordt. “Smartwatches leiden tot een andere benadering van zorg. Wie weet plannen we straks zélf in waar en wanneer we bloed laten prikken. En misschien is dat wel in de bouwmarkt”, aldus Engelen. “Dit soort ontwikkelingen leidt tot een ‘democratisering’ in de zorg, met meer betrokkenheid van patiënten bij hun eigen zorgproces, maar ook bij medicijngebruik én ontwikkeling.”
Modellen uit de chemische ruimte
Gerard van Westen nam het publiek in zijn sessie mee de ‘chemische ruimte’ in. Als hoogleraar Artificial Intelligence en medicinale chemie aan de Universiteit Leiden richt hij zich op de mogelijkheden die kunstmatige intelligentie kan bieden bij het ontdekken en ontwikkelen van nieuwe medicijnen. “Kunstmatige intelligentie moet je daarbij zien als een ideeëngenerator”, legt hij uit. “We ‘leren’ het systeem algoritmes die nieuwe moleculen kunnen bedenken. Dit zijn moleculen uit wat Van Westen de ‘chemische ruimte’ noemt: alle theoretisch mogelijke moleculen. Vervolgens toetsen we moleculen aan farmacokinetische modellen: het spamfilter waar we verder kunnen selecteren.”
Van Westen heeft hoge verwachtingen van wat de modellen gaan betekenen als hulpmiddel nog vóór het lab of de kliniek. “AI gaat wetenschappers niet vervangen”, denkt Van Westen. “Maar wetenschappers die kunstmatige intelligentie gebruiken, vervangen uiteindelijk wel de wetenschappers die dat niet doen.”
Complexiteit van medicijntekorten
Naast het plenaire programma met keynote sprekers en een paneldiscussie, was er ook dit jaar weer veel belangstelling voor vijf keuzesessies. Daarin kwam een breed spectrum aan onderwerpen aan de orde, zoals de toekomst van productinformatie, patiëntenparticipatie en (dier)geneesmiddelen en het milieu.
Hét meest actuele onderwerp van het moment zorgde tijdens de Collegedag voor een drukbezochte, veelbesproken deelsessie: complexiteit van medicijntekorten. In totaal schreven ruim 200 bezoekers zich in voor deze deelsessie. Vera Deneer, vicevoorzitter van het College en ziekenhuisapotheker, trapte de sessie af en introduceerde Jobien Wind. Zij is beleidsmedewerker bij de Parkinson-vereniging én heeft zelf de ziekte van Parkinson.
Tijdens de sessie verwoordde ze het patiëntenperspectief. “Voor mensen met de ziekte van Parkinson betekent een medicijntekort heel kort gezegd vooral ‘stress’”, aldus Wind. “En die stress kan voor deze mensen heel vervelende gevolgen hebben. Stress zorgt namelijk voor verergering van symptomen.”
Nanneke Hendricks (CBG) en Gaby Bronner (IGJ) vertelden over de oorzaken van medicijntekorten én de rol die de overheid achter de schermen kan vervullen bij het oplossen van leveringsproblemen met het Meldpunt Geneesmiddelentekorten en -defecten. Op de voet gevolgd door Feyzullah Mermi van Farmanco. De sprekers namen ook deel aan de paneldiscussie, waar ook Robert Flint (ziekenhuis apotheker Sophia Kinderziekenhuis en vz SIG kindergeneeskunde) en Erik Methorst (Accord Healthcare, lid van Generieke Leveranciers NL) voor aanschoven.
Waar het uiteindelijk om draait is de patiënt, voor wie we allemaal een oplossing hopen te vinden.
Het werd een levendige discussie met veel interactie met de zaal, merkte Nanneke. “Allerlei perspectieven en mogelijke verbeteringen kwamen voorbij. Van risico’s in de productieketen, tot het aanleggen van voorraden én pleidooien voor betere onderlinge communicatie tussen alle partijen om leveringsproblemen en tekorten binnen de perken te houden. Het onderwerp leeft enorm. Iedereen vindt iets van medicijntekorten en kijkt vanuit verschillende perspectieven. Het hele plaatje zien is lastig, ook omdat de oorzaken zo complex zijn, maar wel belangrijk om de impact van veranderingen te kunnen voorspellen. Waar het uiteindelijk om draait is de patiënt, voor wie we allemaal een oplossing hopen te vinden.”
Paneldiscussie: impact nieuwe EU-wetgeving
In een paneldiscussie tijdens het middagprogramma werden stellingen voorgelegd aan de sprekers. Bijvoorbeeld wat de nieuwe wetgeving uiteindelijk moet opleveren voor de patiënt. Jan Benedictus (Patiëntenfederatie Nederland) én de deelnemers in de zaal legden die vraag voor aan onder meer Karla van Rooijen (directeur Geneesmiddelentechnologie & Medische Technologie).
“Het huidige systeem van marktoelating is vooral gericht op medicijnen voor grote patiëntengroepen. Het is minder geschikt voor gepersonaliseerde medicatie, voor hele kleine patiëntengroepen”, stelt Van Rooijen. “Hier moeten we ook een oplossing voor vinden. En daarvoor is de samenwerking tussen onderzoekers en de industrie nodig. Als dat lukt, profiteren daar zowel patiënten als de industrie van.”
Ook kwam de vraag voorbij of de nieuwe wetgeving wel toekomstbestendig is. Is er rekening gehouden met de snelheid van ontwikkelingen op gebied van bijvoorbeeld het eerder besproken kunstmatige intelligentie? Tony Humphreys (EMA) en Alan Morisson (EFPIA, European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations) reageerden dat flexibiliteit heel belangrijk zal zijn bij de implementatie van de wet. “Dergelijke nieuwe technologie laat zich niet door wetgeving inperken, maar zal wel enorm waardevol worden. We hopen dat de wetgeving die flexibiliteit behoudt. Dat moet in de praktijk blijken.”
Netwerken en ontmoeten
Een woord dat prominent naar voren kwam vanuit de bezoekers toen we vroegen naar de redenen om naar de Collegedag te komen was ‘Netwerken’. Ook daarvoor was volop ruimte. “Het is goed om te zien dat we dit jaar weer een volledige Collegedag hebben, zodat er veel ruimte was om te netwerken én om de regulators te spreken”, concludeerde Ton de Boer aan het einde van een geslaagde dag.