Wacht 12 maanden met vaccinatie baby’s na blootstelling aan infliximab
Baby’s die in de baarmoeder in aanraking zijn gekomen met infliximab mogen tot 12 maanden na de geboorte geen vaccin met levend verzwakt virus krijgen, zoals het BCG-vaccin. Infliximab kan in de baarmoeder of via moedermelk worden overgedragen aan de baby. Dit geeft een verhoogd risico op infecties wanneer levend verzwakte vaccins worden toegediend na de geboorte. In ernstige gevallen kan dit dodelijk zijn. Het advies aan zorgverleners is om gebruikers voorlichting te geven over risico’s tijdens zwangerschap en borstvoeding.
Infliximab is een medicijn dat wordt gebruikt voor de behandeling van ontstekingsziektes van gewrichten en huidziektes, zoals reumatoïde artritis, spondylitis ankylopoetica, arthritis psoriatica en psoriasis. Ook wordt het medicijn bij kinderen en volwassenen gebruikt tegen ontstekingsziektes in de darmen, zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa.
Advies aan patiënten
- Overleg het gebruik van infliximab tijdens uw zwangerschap en/of kraamperiode met uw zorgverlener.
- Bespreek met uw zorgverlener of en wanneer uw baby een vaccin met levend verzwakt virus mag halen.
Advies aan zorgverleners
- Wacht met het geven van een vaccin met levend verzwakt virus, zoals het BCG-vaccin, tot 12 maanden na de geboorte als de baby in de baarmoeder is blootgesteld aan infliximab.
- Is er een duidelijke klinische voordeel waarom de baby een vaccin moet krijgen? Dan kan vaccinatie in de eerste 12 maanden worden overwogen als de serumspiegel van infliximab bij de baby niet meetbaar is, of wanneer infliximab alleen in de eerste 3 maanden van de zwangerschap is gebruikt.
- Het geven van een vaccin met levend verzwakt virus aan een baby wordt afgeraden als de baby borstvoeding krijgt, terwijl de moeder infliximab gebruikt. Overweeg het geven van een vaccin met levend verzwakt virus alleen als de serumspiegel van infliximab bij de baby niet meetbaar is.
Brief met risico-informatie
De firma Merck Sharp & Dohme B.V. heeft over dit onderwerp een brief verstuurd, een zogenoemde Direct Healthcare Professional Communication (DHPC). De brief met deze belangrijke risico-informatie is in overleg met het CBG en de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gestuurd naar reumatologen, gastro-enterologen, dermatologen, ziekenhuisapothekers, Nederlandse Vereniging voor Reumatologie, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie, Nederlandse Vereniging van maag-darm-leverartsen, RIVM (medisch adviseurs vaccinaties) en specialisten in opleiding.
Het signaleren en analyseren van bijwerkingen gedurende de gehele levenscyclus van een geneesmiddel wordt geneesmiddelenbewaking of farmacovigilantie genoemd. Dit is een kerntaak van het CBG. In geval van urgente en/of belangrijke veiligheidsissues worden medische beroepsbeoefenaren door middel van een DHPC op de hoogte gebracht.