Terugblik Collegedag 2021: ‘Balans in roerige tijden’
Ruim 600 belangstellenden namen vorige week actief deel aan de online CBG Collegedag. Onder leiding van dagvoorzitter Tom van 't Hek blikten wij samen met sprekers uit het medische, farmaceutische en bestuurlijke veld terug op een veelbewogen anderhalf jaar én keken we vooruit.
Het coronavirus stond de afgelopen anderhalf jaar bovenaan de agenda. Niet alleen bij de Nederlandse medicijnautoriteit CBG, ook bij onze ketenpartners en stakeholders. Met het thema ‘Balans in roerige tijden’ zijn we samen met onze tafelgasten in gesprek gegaan over de lessen die we halen uit de coronapandemie en de kansen die we zien voor de toekomst.
Welke ervaringen hebben we opgedaan? Hoe kun je bijvoorbeeld in de toekomst inzetten op het versneld beoordelen van nieuwe medicijnen? En ook: hoe ga je in deze bijzondere tijden van crisis om met de onderlinge samenwerking, crisis, desinformatie en transparantie?
Collegevoorzitter Ton de Boer en Paula Loekemeijer, dit jaar gestart als directeur van het agentschap, openden de dag met een korte terugblik op de afgelopen periode. “Een bijzondere tijd, waarin anderhalf jaar echt heel hard is gewerkt door heel veel collega's", aldus Paula. “Een periode waarin ineens de spotlights volop op het agentschap en het College stonden.”
Wat het CBG en haar stakeholders hebben geleerd in deze periode is het eerste onderwerp van deze Collegedag. Aan tafel zaten Marc Kaptein (Pfizer), Ilse van Hensbeek (AstraZeneca) en Sjaak Bot (Janssen), samen met Ton de Boer. Via een beeldschermverbinding nam ook arts-microbioloog en OMT-lid Marc Bonten deel aan het gesprek. Aan bod kwam de beoordeling van de coronavaccins en de snelheid waarmee dat tot stand kwam.
"Het eerste vaccin is in 2,5 maand beoordeeld. Dat is ontzettend snel, maar er zijn geen bochten afgesneden", aldus Ton de Boer. Het grote maatschappelijk belang van de ontwikkeling van een vaccin zorgde ervoor dat de firma's gingen samenwerken. “De snelheid van de wetenschap dicteert”, zei Marc Kaptein. “Tussen de firma's werd actief robuuste data gedeeld en in productie werd ook samenwerking gevonden.” "Ik denk dat we allemaal onze uiterste best hebben gedaan door te doen wat we moesten doen", vult Ilse van Hensbeek hem aan.
Versneld beoordelen
Ondanks dat we hebben gezien dat het snel ontwikkelen en beoordelen van een geneesmiddel mogelijk is, het is niet realistisch en duurzaam om dit bij alle medicijnen te doen. “We hebben nu laten zien dat het kan, in uitzonderlijke gevallen. Daarvoor hebben we een versnelde procedure gevoerd, een rolling review. Ideaal is dat niet. Complete dossiers zijn immers eenvoudiger te beoordelen dan steeds delen van informatie. Het vergt ook veel van alle partijen, en niet in de laatste plaats voor de medewerkers,” zegt Ton de Boer. "De belangrijkste les die we hebben geleerd? Goede samenwerking, vertrouwen en het hebben van een gezamenlijk doel. Laten we dit voortzetten,” concluderen de tafelgasten.
Remote clinical trials
In een tweede tafelgesprek namen Mira Zuidgeest (Academisch leider, IMI Trials @Home), Adam Cohen (oud bestuurder, Centre for Human Drug Research CHDR) en Peter Mol (vice-voorzitter van het wetenschappelijk comité van het EMA) plaats aan tafel bij Tom van 't Hek en Ton de Boer. De coronapandemie heeft noodgedwongen geleid tot veel meer belangstelling voor het opzetten van klinische studies op afstand. In deze remote clinical trials, of beter gezegd decentralized clinical trials, nemen patiënten vanuit thuis deel aan klinische studies.
Mira Zuidgeest stelt dat er veel meer mogelijk is dan je in eerste instantie zou denken. Adam Cohen beaamt dat: “Veel dingen zijn hetzelfde, maar dan op afstand. In plaats van eenpuntsmetingen in het onderzoekscentrum kun je thuis continu gegevens verzamelen, bijvoorbeeld met een stappenteller. En daarnaast is het voor veel patiënten comfortabeler en kunnen ze ook vaker zelf bepaalde metingen doen, zonder veel extra belasting.”
Door COVID-19 zijn dit soort studies in een stroomversnelling beland. Natuurlijk zijn er leerpunten. “Zo is het heel belangrijk om het patiëntperspectief in het oog te houden. Je maakt van de thuisomgeving wel een soort ziekenhuis. Dat is voor sommige patiënten, jonge kinderen bijvoorbeeld, niet altijd wenselijk”, aldus Peter Mol. “Daarnaast kan er steeds meer met tablets en zogeheten wearables, zoals smart watches. Maar nog niet al die technologie is helemaal op elkaar afgestemd en gevalideerd. Uiteindelijk is het belangrijk dat we veel in gesprek blijven en blijven kijken naar wat er niet, maar vooral naar wat er wel kan op dit vlak.”
In gesprek met Marcel Levi
Marcel Levi, hoogleraar interne geneeskunde en voorzitter van NWO, haakt via een videoverbinding aan. “Corona is een soort van vergrootglas, het is eigenlijk de druppel die de emmer doet overlopen,” zegt Marcel Levi. “Er was al een achterstand in de zorg die weggewerkt moest worden, onder andere door het grote personeelstekort en soms zelfs financiële tekorten. Corona was een druppel te veel."
Wanneer Tom van 't Hek verwijst naar de hoge vaccinatiegraad in Portugal, waar een militair leider aan het hoofd staat van de vaccinatiecampagne, is Levi heel duidelijk: “Ik ken niet alle ins en outs van het vaccinatieprogramma, maar dwang werkt slecht. Met name in een land als Nederland werkt dat niet. Ik geloof veel meer in overtuiging. Ook al gaat het mondjesmaat, patiënt per patiënt.” Volgens Levi valt er met name nog winst te behalen bij mensen die nog vragen hebben, of angstig zijn doordat ze verkeerd geïnformeerd zijn.
Desinformatie over corona
Hiermee slaat hij een mooie brug naar een ‘nieuw’ fenomeen dat de kop opstak in de coronapandemie. Het verschijnsel desinformatie, waarbij bewust verkeerde informatie wordt verspreid. Hierover gingen we in gesprek met Julia van Weert (Hoogleraar gezondheidscommunicatie), Maarten Keulemans (Wetenschapsredacteur Volkskrant), Rieke van der Graaf (Medisch ethicus) en Károly Illy (Kinderarts en voorzitter Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde).
Volgens Julia van Weert is het altijd goed om in gesprek te blijven bij desinformatie. “Mensen neerzetten als wappies, als schuldige aanwijzen of niet serieus nemen, dat werkt allemaal niet. Dat gaat ze niet motiveren om anders over dingen te denken. Het is daarnaast belangrijk om in de communicatie heel helder een hoofdboodschap te geven, want anders blijft de verkeerde boodschap hangen. Je kunt heel veel ellende voorkomen door transparant te zijn over de onzekerheid die er is, in plaats van zekerheid communiceren die uiteindelijk niet waar wordt gemaakt.”
Károly Illy: “Algoritmes van sociale media versterken de mening van mensen voortdurend. Het is goed om daar het gesprek over aan te gaan.” Maarten Keulemans vindt dat je veel beter kunt kijken naar het motief: “Het gaat nu met name over uitleggen, maar ik denk dat je moet beginnen met luisteren. Door het uitzoeken van het motief, kun je die mensen beter helpen.”
De rol van artsen
Levi vindt dat collega artsen ook een rol hebben om elkaar te wijzen op desinformatie of misinformatie. “We moeten beseffen dat wat dokters zeggen, een grote impact kan hebben. Er is nog heel veel vertrouwen in de medische stand door patiënten. Maar dat komt ook met een verplichting, namelijk het geven van juiste en betrouwbare informatie.”
Het was een inspirerende dag met nieuwe inzichten en boeiende discussies. We kunnen stellen dat deze ‘roerige tijden’ ons veel hebben geleerd en dat we dit mee kunnen nemen als kansen in de toekomst.