Maatregelen voor INOmax-cilinder die niet goed afsluit na gebruik
De fabrikant van INOmax-cilinders heeft meldingen ontvangen van cilinders die niet goed afsluiten na gebruik. De cilinders bevatten het gas stikstofmonoxide. Het probleem is niet van invloed op de toediening van het gas bij de beademing. Ook zijn er geen negatieve effecten gemeld bij behandeling. De storing kan wel leiden tot ongemak bij het gebruik. Medicijnautoriteit CBG adviseert zorgverleners daarom een aantal maatregelen te nemen als een cilinder niet goed afsluit.
De oorzaak van het defect is inmiddels bekend. De storing komt voor bij 0,17% van de cilinders. Er vindt geen terugroepactie plaats om tekorten aan dit voor de patiënt essentiële medicijn te voorkomen.
INOmax bevat stikstofmonoxide. Dit gas wordt gebruikt voor de beademing van patiënten om de bloedstroom in de longen te verbeteren. Daardoor helpt het de hoeveelheid zuurstof in het bloed te verhogen.
Advies aan artsen
Sluit de cilinder na gebruik niet goed af als deze nog niet leeg is? Doe dan het volgende:
- Onderbreek een lopende behandeling niet. Blijf de cilinder gebruiken tot het einde van de behandeling of tot de cilinder leeg is.
- Treedt de storing op bij het begin van een behandeling? Probeer dan terug te schakelen op het back-upsysteem voor toediening. Lukt dat niet, dan kunt u alsnog de behandeling starten en uitvoeren met de cilinder.
- Verwijder de drukregelaar niet met geweld of met gereedschap. Dit kan brandwonden veroorzaken.
- Probeer de cilinder af te sluiten via de INOmeter door deze stevig met uw hand aan te drukken. Lukt dat niet, neem dan contact op met de fabrikant voor advies.
- Gebruik waar nodig een back-upsysteem voor de toediening.
Brief met risico-informatie
De firma Linde Healthcare AB heeft over dit onderwerp een brief verstuurd, een zogenoemde Direct Healthcare Professional Communication (DHPC). De brief met deze belangrijke risico-informatie is in overleg met het CBG en de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gestuurd naar ziekenhuisapothekers, verpleegkundigen en artsen die INOmax gebruiken op intensive-care afdelingen.
Het signaleren en analyseren van bijwerkingen tijdens de gehele levenscyclus van een medicijn wordt medicijnbewaking of farmacovigilantie genoemd. Dit is een kerntaak van het CBG. In geval van urgente en/of belangrijke veiligheidsissues worden medische beroepsbeoefenaren met een DHPC op de hoogte gebracht.