Rokers stoppen steeds vaker met hulp van medicijnen op recept

"Gedragscoaching heeft de voorkeur, verdere ondersteuning met medicijnen als latere optie"

Het gebruik van medicijnen op recept bij het stoppen met roken is gestegen. Tussen 2012 en 2017 is het voorschrijven daarvan met ongeveer 35% toegenomen. Dit blijkt uit onderzoek van Nivel, uitgevoerd op verzoek van medicijnautoriteit CBG. In 2017 deed ruim een derde van alle rokers in Nederland een poging om te stoppen met roken.

Naast nicotinevervangende middelen (zoals nicotine kauwgum en pleisters), heeft het CBG varenicline en bupropion geregistreerd als medicijnen voor stoppen met roken. Nortriptyline is niet geregistreerd bij het CBG voor het stoppen met roken, maar is wel opgenomen in de behandelrichtlijn “Stoppen met roken” voor huisartsen.

“De afgelopen jaren zie ik steeds meer patiënten die bij mij langskomen voor hulp bij het stoppen met roken. Als huisarts adviseer ik, volgens de richtlijn, altijd als eerste gedragsmatige ondersteuning bij stoppen met roken aangevuld met eventueel nicotinevervangende middelen. Als laatste kijk ik of het nodig is om andere medicijnen voor te schrijven. Deze medicijnen kunnen echter ook bijwerkingen hebben waarvan sommige ernstig zijn,” aldus Janneke Belo, huisarts en collegelid bij het CBG.

Medicijnen om te stoppen met roken

Van alle stoppen met roken medicijnen op recept is varenicline is het meest gestegen tussen 2012 en 2017, met 45%. Uit het onderzoek komt naar voren dat patiënten die varenicline voorgeschreven krijgen iets jonger zijn dan degenen die nortriptyline en bupropion gebruiken en bijvoorbeeld minder vaak hartafwijkingen en psychische problemen hebben. De medicijnen nortriptyline en bupropion zijn niet voor alle patiënten geschikt. Na bijvoorbeeld een hartinfarct wordt het gebruik van nortriptyline afgeraden. Bij de keuze voor een middel houden huisartsen over het algemeen goed rekening met aandoeningen van de patiënt.

Het advies van huisartsen aan rokers om nicotinevervangende middelen te gebruiken is meer dan verdubbeld in de periode van 2012-2017. Deze stijging is vermoedelijk een onderschatting, omdat voor de onderzoekers onbekend was hoeveel nicotinevervangende middelen zonder recept bij de apotheek of drogist verkocht werden.

Onderzoek

Medicijnautoriteit CBG heeft Nivel verzocht dit onderzoek uit te voeren om meer inzicht te krijgen in hoe huisartsen medicijnen inzetten bij het stoppen met roken. Aan het onderzoek deden van 2012 tot en met 2017 elk jaar gemiddeld 315 huisartsenpraktijken mee, met in totaal gemiddeld 1 miljoen patiënten.